SHEMEKIA COPELAND – DELUXE EDITION
Het Alligator-label brengt met regelmaat in de serie “Deluxe Edition” een verzamelaar uit van een van de artiesten uit haar stal. De meest recente is die van Shemekia Copeland.
Hieraan vooraf zijn in deze serie al schijfjes verschenen van Lonnie Brooks, Roy Buchanan, William Clarke, Albert Collins, Little Charlie & The Nightcats, Charlie Musselwhite, Kenny Neal, Saffire [ooit nog in Breda in de Scarabee op het podium!], Son Seals, en Koko Taylor. Het is een mooie serie en als je hier nog niets van in je collectie hebt, zijn dit prachtige kennismakingsmogelijkheden.
SHEMEKIA COPELAND
Shemekia is in 1979 in Harlem, New York, geboren en is de dochter van de in 1997 veel te vroeg overleden Johnny Copeland. Vaderlief onderkende haar talent al vroeg en stimuleerde haar te zingen; dat gebeurde voornamelijk thuis, maar op 8-jarige leeftijd stond ze met hem op het podium van de beroemde Cotton Club in Harlem [New York]. Toch kwam haar zangcarrière maar langzaam op gang. Als Johnny in 1997 overlijdt, treedt ze uit zijn schaduw en neemt haar carrière een grote vlucht. Ze krijgt een platenkontrakt bij Alligator Records, wat resulteert in 1998 in het album “Turn The Heat Up”. In deze tijd treedt ze op met Buddy Guy, BB King, Taj Mahal, John Mayer, is support-act bij de Rolling Stones en is headliner op het prestigieuze Chicago Blues Festival.
Haar muziek komt recht uit haar hart en vertolkt de geluiden van de grote stad waar ze opgroeit: straatartiesten, gospel-zangers, ghetto-blasters, muzikanten in de parken.
Voor haar tweede album, “Wicked” [2000] krijgt ze maar liefst drie Handy-Awards. Haar sound verraadt wel invloeden van Johnny, maar langzaam maar zeker creëert ze ook een eigen geluid.
Dat komt in 2002 goed tot zijn [haar] recht op het door Dr. John geproduceerde album “Talking To Strangers”. Tours door de VS en Europa volgen en in 2005 volgt het album “The Soul Truth”. Ditmaal geproduceerd door de legendarische Stax-gitarist Steve Cropper, die er tevens op meespeelt. Zijn invloed is ook merkbaar in haar songs: naast blues, ook funky en soul-getinte songs.
Hoewel Shemekia altijd loyaal zal blijven aan haar blues-roots zoekt ze toch naar nieuwere wegen. Of zoals ze zelf zegt: “Tot nu heb ik succes gehad in mijn carrière en daar ben ik blij mee. Maar dat wil niet zeggen, dat ik niet wil blijven groeien en dan zul je nieuwe dingen moeten doen. Mijn belangrijkste doel was toen ik met deze muziek begon om er meer mee te doen. Dat heb ik van mijn vader geleerd: hij speelde ook niet van die typische “one-four-five blues”; hij is naar Afrika geweest en heeft daar als een van de eersten met plaatselijke muzikanten gewerkt en daar veel van geleerd. Ik wil een zelfde weg bewandelen en innovatief zijn met de blues”. In 2009 stapt Shemekia over naar het Telarc-label en zien we haar inderdaad een stap voorwaarts maken. Hoe dit klinkt, kunnen we horen op haar laatste album “Never Going Back”. Een nieuw label en wellicht over een paar jaar een nieuw overzicht van haar carrière dan. Op deze verzamelaar moeten we het doen met deze mooie doorsnede uit haar vier Alligator-albums. Als extra’tje staat er ook nog “Stay A Little Longer,Santa” op, wat eerder slechts op de Alligator Kerst-verzamelaar “Genuine Houserockin’ Christmas” was uitgebracht.
Dat Shemekia Copeland intussen tot “de grote namen” behoort blijkt wel uit het feit, dat ze jongstleden 12 juni uit handen van Joyce “Cookie” Treatt, dochter van –de twee jaar geleden overleden- Koko Taylor en Marie Dixon, weduwe van Willie Dixon, Koko Taylor’s kroon als “Queen Of The Blues” uitgereikt heeft gekregen. (rob bouterse)